De obsessief compulsieve stoornis of dwangstoornis of, nog ouder: dwangneurose, heeft zeer veel verschijningsvormen en kenmerkt zich enerzijds door angstgedachten of beelden (de zogenaamde intrusies) en anderzijds (vaak) de dwanghandelingen om de angsten te bezweren en/of te neutraliseren, wat dan even opluchting kan geven. Helaas is deze dynamiek van de obsessief compulsieve stoornis per definitie een korte termijn dynamiek. Het maakt juist dat op de lange termijn, de dwanggedachten en de neiging tot moeten handelen steeds sterker zullen worden.
Voorbeelden van dwangklachten zijn de gedachte dat er iets (externs) zou kunnen gebeuren of is gebeurd, omdat je zelf iets denkt of doet. Of dat je zelf iets (ergs) zou kunnen gaan doen, wat je eigenlijk helemaal niet wilt. In dit geval staan mensen niet langer voor zichzelf in, ondanks dat de omgeving vaak denkt dat dit echt niet zomaar even gaat gebeuren. Tot slot kunnen je dwanggedachten je heel erg het idee geven dat je een slecht mens bent, door zo te denken.
Dwangklachten kunnen heel invaliderend en schaamtevol zijn. Vanwege deze schaamte zoeken mensen vaak pas heel laat hulp (soms pas na tien jaar). Dit terwijl voldoende intensieve behandeling goede resultaten kan bieden (van verbetering tot volledig herstel). Wel is het zo dat voor ernstigere klachten ook intensievere therapie nodig is. Dit kan Isamu vanuit de Basis GGZ zorg niet bieden. Mocht je het idee hebben last te hebben van ernstige dwangklachten, dan raad ik je aan contact te zoeken met bijvoorbeeld het AMC, om je daar in de Specialistische GGZ te laten behandelen in een multidisciplinaire setting. Je kan uiteraard ook contact opnemen voor overleg als je het zelf lastig vindt om een inschatting van de ernst van je klachten te maken. Zeker als je nog niet eerder behandeling hebt gehad is de kans op succes gelukkig groot.
Isamu hanteert naast het al langer bestaande (en bewezen effectieve) dwangstoornis-protocol ook de meta-cognitieve therapie en maakt gebruik van de Flash Forward techniek (een vorm van EMDR).